Een paar jaar geleden kreeg ik van een van de moestuinierders wat zaadjes van witlof. Met daarbij ook de woorden: “Het is een fluitje van een cent…witlof kweken….”. Dus in mei aan de slag! Witlofzaad is heel fijn zaad. Eerst mooie geultjes maken en met een zaaihulpje het zaad verdelen. (Ideaal hulpmiddel te koop voor een paar euro: aanrader).
Zelf strooi ik de geultjes vol met ophoogzand of ander geel/wit zand van de bouwmarkt. Beetje water met een gietertje geven en dan maar (af) wachten. Doordat de temperatuur in mei van dat jaar zeer aangenaam was, hoefde ik het niet af te dekken met een vliesdoek.
Het duurde wel enige tijd voordat de plantjes(?) opkwamen. Maar wat zijn de witlofplantjes en wat is “onkruid”? Toch maar een ervaren moestuinierder gevraagd om eens te komen kijken. Wat blijkt? De witlofplantjes lijken op paardenbloemen!
Niet zo gek natuurlijk, want witlof is familie van de paardenbloem. Ondanks de droge zomer deden de planten het erg goed en groeiden als kool… als witlof. In november heb ik alles gerooid met een riek( wel voorzichtig doen om de penwortels niet te beschadigen). Het loof afgesneden tot een paar centimeter boven de wortel. Daarna een kuil gegraven en de wortels mannetje aan mannetje/ vrouwtje aan vrouwtje (genderneutraal) rechtop gezet. Aarde erop gegooid en aan beide kanten een geul gegraven, zodat het in de winter niet een natte boel wordt. Het lijkt zo net een grafheuveltje!! De foto’s geven een goed beeld.
De hele winter laat je alles rusten en de eerste oogst is in februari/maart, afhankelijk van de buitentemperatuur. Binnen (in huis) gaat het natuurlijk sneller. Dan wel regelmatig controleren.
Ook in een emmer kun je knollen bewaren en op een koele plek wegzetten (bijvoorbeeld kelder of kruipruimte).
Nog een paar tips: gebruik geen mest, maar goede compost. Zorg voor een losse bodem voor mooie rechte wortels. Pas wisselteelt toe.
Moestuingroeten, Freerk de Boer
witlof zaad, zaailing, gerooide en opgekuilde wortels