Wie donkere hoekjes in de tuin heeft (en wie heeft dat niet?) heeft een ideale tuin voor varens. Veel varens gedijen namelijk uitstekend op plekken met weinig licht. En omdat ze veel verschillende bladvormen en kleuren kunnen hebben fleurt zo’n donker hoekje er enorm van op. Daarom dit keer een stukje over het zelf ‘zaaien’ van varens. Zaaien tussen aanhalingstekens, want varens vormen geen zaad, maar sporen.
Je kunt die sporen eenvoudig verzamelen door in de herfst een stukje varenblad met aan de onderzijde rijpe, bruine sporendragers (zie foto) af te knippen. Laat het blad in een papieren envelop een paar dagen drogen. Vul dan een glazen potje met een laagje vochtige zaaigrond en maak die steriel door het goed te verhitten in de magnetron, en daarna goed af te laten koelen, met het deksel erop. Als de sporen rijp waren (maar niet te rijp want dan zijn ze al uitgevallen) komen ze als bruin poederachtig stof vrij als je tegen de envelop met gedroogd varenblad tikt. Ook de lege sporenzakjes vallen in de envelop, deze zijn wat groter en met het blote oog goed te zien. Je kunt de sporen eenvoudig uit de envelop in het potje met grond strooien. Daarna doe je het deksel op de pot en zet je het op een warm plekje in het licht, maar niet in de zon. Na enkele weken ontstaan de prothallia als kleine doorschijnend groene vlokjes waaruit nog weer een tijd later de eerste varenblaadjes verschijnen. Denk niet te gauw dat het mislukt is, want de prothallia zijn moeilijk te zien. Op youtube is een leuk Amerikaans filmpje te vinden waarin het hele proces wordt uitgelegd. Succes!