Je zou denken dat je in de winter weinig te doen hebt aan het vermeerderen van je planten, behalve dan het zaaien van koudekiemers, zie hierboven, en de foto onderin deze nieuwsbrief. Maar niets is minder waar, er is namelijk best een groep planten die juist het beste in de winter vermeerderd kan worden, bijvoorbeeld uit het snoeihout dat overblijft na de wintersnoei. Dat kan in december of januari. Zelf heb ik op deze manier mijn rode- en zwarte-bessenstruiken in aantal verdubbeld. Het mooie is dat deze manier van stekken heel weinig ruimte vraagt, en je er na het nemen van de stekken geen omkijken naar hebt.
Welke planten lenen zich hiervoor? Dit zijn met name bomen en struiken. Bijvoorbeeld de vijg, waarvan ieder jaar wel stekken worden aangeboden op onze ruilbeurs. Maar ook van veel kleinfruit, rozen, Cornus, Rubus, Deutzia, wilg, populier, en nog veel meer. Eigenlijk kun je het van iedere boom of struik gewoon proberen en vaak lukt het dan wel.
Het werkt zo: je knipt een eenjarige twijg af, net onder een knop. De bovenkant knip je schuin af, zodat je altijdlater nog kunt zien wat de bovenkant is. Uit een twijg kun je op deze manier vaak meerdere stekken knippen. Omdat niet iedere stek zal slagen, is het altijd een goed idee meerdere stekken te nemen. Deze stekken steek je eenvoudig in een pot met grond en zet je koel en donker weg, bijvoorbeeld in de schuur. Ik heb zelf gemerkt dat het ook prima gaat in een hoekje van de tuin, zolang het maar niet streng gaat vriezen; het voordeel is dat ze dan niet ongemerkt kunnen verdrogen. In de maanden erna wordt eerst wondweefsel gemaakt, waaruit wortels ontstaan. Stekken in een pot kun je in maart afzonderlijk uitplanten. Daar laat je ze rustig staan. Ze lopen dan uit en kunnen aan het eind van het groeiseizoen op hun definitieve plek worden gezet. Het vraagt dus even geduld, maar dan heb je ook wat.
Deze link leidt naar het Groei&Bloei-filmpje met Gerard van Buiten over winterstek maken.
Veel succes! En stuur ons vooral een foto van het resultaat.
Leontine Colon