Wageningen

een bijzondere plant: Rhodochiton atrosanguineus

Een paar jaar geleden zag ik in de tuin van mijn schoonzus in Chilliwack (bij Vancouver) een klimplant. Ze noemde de eenjarige plant, met prachtige paarse klokjes, de piemelplant… Omdat ik het een erg grappige en mooie klimmer vond, zette ik ‘m op de foto. Eenmaal thuis dacht ik af en toe terug aan haar tuin en de piemelplant. Hoe de plant in werkelijkheid heette, ik had geen idee… Totdat ik in het tijdschrift Groei & Bloei, in een artikel over makkelijke en ‘moeilijke’ zaden, mijn paarse piemelplant op een foto terugzag. Het was dus een ‘Rhodochiton atrosanguineus’, een hele mond vol. En ik kon het zaad bestellen! Zo gezegd, zo gedaan. Het zakje dat arriveerde, was (vond ik) nogal teleurstellend, amper 20 pieppieppiepkleine zaadjes (zo klein als een korrel maanzaad) in een zakje. En dan ook nog in de categorie (aldus G&B) ‘tamelijk moeilijk’. Ik had er weinig fiducie in, want ik ben geen expert in het opkweken van zaden. Vol goede moed ben ik op een middag in februari met pincet en loep heel voorzichtig een paar kleine potjes gaan vullen, bang om met een onhandige niesbui alle zaadjes kwijt te raken. Vervolgens heb ik ze op allerlei manieren vertroeteld, dichtbij de verwarming en met een dosis winterzonneschijn. Daarna afharden, heel voorzichtig, binnen en buiten. Toen kwam het uitpoten, langs een zelf getimmerd rek met fijn kippengaas. Alles verliep voorspoedig, geheel tegen mijn verwachting in. Al snel begonnen ze te klimmen, en toen we in juli na een korte vakantie terugkwamen wemelde het van de prachtige klokjes. Missie geslaagd. Ik liet iedereen mijn piemelplant zien. En nu, 17 december, bloeien de klokjes nog steeds uitbundig. Ik weet niet hoe dat kan, want de bloeitijd zou in september voorbij zijn. Ik ben dus best wel trots! Of gewoon beginnersgeluk..

Tanja Ledoux